Red me niet te veel

15-11-2015 22:02

Een van de aantrekkelijkste kanten van werken in de zorg zijn de talloze ontmoetingen met totaal verschillende mensen die het soms rauwe ziekenhuisleven erg kunnen opvrolijken.

 

Ik bedenk me dit vandaag, omdat een van mijn leukste patiënten niet meer is. Drie maanden geleden heb ik haar voor het eerst ontmoet en ze heeft indruk op me gemaakt. Ze had een longontsteking en toen ik haar vroeg of ze benauwd was, antwoordde ze - ondanks haar uitputting: “Voor u? Moet dat?”.

 

Ze is de 90 al ruimschoots gepasseerd, maar blijkt ongelooflijk gevat. Gelukkig knapt ze snel op. Elke dag tovert ze een glimlach op het gezicht van iedereen die voor haar zorgt. Het is een teken aan de wand dat als we haar ontslag aankondigen bij het verzorgingshuis, er met veel enthousiasme wordt gereageerd.

 

Deze week wordt ze opnieuw opgenomen. Een uitgebreide longontsteking. Ondanks haar pijnklachten en benauwdheid, blijkt ze weer een salvo van ontwapenende humor op mij af te vuren. “Ik kom nog even het resterende bedrag van de zorgverzekering opmaken”. 

 

Het verlies van haar man en recente lichamelijke achteruitgang hebben haar gevoel voor humor niet ontmanteld. Toch proef ik het verdriet als ze refereert aan Toon Hermans: "Ook ik wil oud worden, maar het liefst wil ik het nooit zijn."

 

Hoewel ze klinisch opknapt, vertelt ze me gisteren terloops dat ze zeker weet te zullen sterven. “Dit keer haalt het arme mens het niet, jongen”, fluistert ze me toe. “Ik ben echt al veel te ver over mijn houdbaarheidsdatum heen.” Op mijn verbaasde reactie, reageert ze kort en lief: “Ik ga vertrekken. Mag ook wel een keer." Ze besluit, helder en prachtig: "Red me niet te veel.”

 

In de geneeskunde zijn er wetmatigheden. Een ervan is dat als mensen zeggen te gaan sterven, zij vaak gelijk krijgen. Als ik in haar vermoeide ogen kijk, geeft ze me een veelbetekenende knipoog. Achteraf blijkt het een afscheid.

 

Vanochtend stierf ze. In haar slaap. Nog voor de ochtend begon. Ik zal haar missen.